Home
|
Weet je? “Weet je” zegt hij, “ik vind die zwaaihaakjes wel leuk, maar wanneer moeten ze nou?”
Samen met Eef ben ik op de computer een verhaal aan het maken over griezels en monsters. Eef bedenkt wat er allemaal gebeurt en ik typ. Ja, die zwaaihaakjes, wanneer moesten ze nou? Ik krab aan mijn hoofd en zeg: “die gebruik je als iemand iets zegt in het verhaal . Bijvoorbeeld: “Eef, wat lust je op je boterham?” “Ja, hagelslag natuurlijk. Maar ik kan niet zelf smeren, dat doet mijn moeder altijd voor mij.” “Oké, nou ja, hagelslag vind ik ook lekker.” Ik krijg het warm en hoor de deur op de gang openzwaaien. “Kijk, ik zal het laten zien. In dit stukje wat we net verzonnen hebben roept het monster: “KROESSSSSJJJJJ, BAFFFF” . Als je daar de aanhalingstekens gebruikt zie je precies wanneer hij het zegt.” “Ja, het staat wel mooi en ze zwaaien wel leuk, maar het is wel moeilijk. Smeert jouw moeder ook jouw boterham?” “Nee, ik doe het zelf. Wil jij een zin typen dan kun je zelf zien waar de aanhalingstekens moeten staan.” “Nee, doe jij maar, ik vind ze toch maar raar.” |